Ondergrondse opslagtanks
Particuliere stookolietanks

Plaatsingsvoorschriften voor ondergrondse particuliere stookolietanks met een waterinhoud van minder dan 5.000 liter: verwarming woning.

Art 6.5.1.2

Niet toegankelijke leidingen dienen in een brandstofdichte greppel of buis geplaatst te worden. Deze greppel of buis helt af naar een toegankelijke opvangput.

Art 6.5.1.3

De houder dient uitgerust te worden met een overvulbeveiligingssysteem. (U kunt deze als extra bij ons aankopen maar U kunt ook het systeem gebruiken van Uw vorige tank) * Het ontluchtingssysteem mondt uit op een plaats waar de mogelijke hinder voor de buurt zo beperkt mogelijk is.

Art 6.5.1.5

De houder mag alleen gevuld zijn met die brandstoffen (stookolie) waarvoor hij gebouwd is. De nodige maatregelen dienen genomen te worden om het morsen van brandstof tijdens het vullen te voorkomen.

Art. 6.5.3.1.: installatiediepte

Installatiediepte: Het hoogste punt van de houder moet minstens 0,50m onder het maaiveld liggen. Het plaatsen van roerende of onroerende lasten boven de houder moet vermeden worden. Indien dit toch gebeurt moeten alle maatregelen genomen zijn om beschadigingen aan de houder te voorkomen o.a. door een voldoende draagkrachtige afdekking die de lasten (met uitzondering van het eventuele opvullings- en afdekkingmateriaal) niet overdraagt op de houder.

Art. 6.5.3.2: aanvulmateriaal

De aanvulling rond de houder dient te gebeuren met inert materiaal dat geen gevaar oplevert voor beschadiging of aantasting van de houder, zijn bekleding. Het aanvullingsmateriaal moet voldoende doorlatend zijn.

Art 6.5.3.3: afstanden

Afstanden: de houder dient zich te bevinden op ten minste 1 m van de grenzen van percelen van derden en op meer dan 0,75 m van ondergrondse constructies die niet tot de opslaginstallatie behoren. De onderlinge afstand tussen de houders dient minstens 0,50 m te bedragen.

Art. 6.5.3.4.: grondtoestand, uitgraving en installatie

Grondtoestand, uitgraving en installatie: indien er geen gevaar is voor overstroming of opkomend water : op een bed van minstens 20 cm neutraal zand of neutrale aarde. Om het zand of de aarde droog te houden kan onder in de put een drainage voorzien worden. Voor zover er een risico van oplichting van de houder ten gevolge van onderdompeling in (grond)water bestaat, dient de houder stevig en onvervormbaar bevestigd aan een fundering of ballast waarvan het gewicht groter is dan de grootst mogelijk optredende opwaartse kracht. Deze verankering moet gebeuren met beugels uit kunststof. De beugels moeten zo worden aangebracht dat de bekleding of de buitenwand van het reservoir niet kan beschadigd worden, hetzij bij de plaatsing hetzij wanneer het reservoir neiging tot drijven vertoont.

Hiervoor is een voering uit roofing of een analoge bescherming aangewezen. De metalen delen van de vasthechting beschermen tegen corrosie. Het mangat moet steeds rechtstreeks toegankelijk zijn. Daartoe bouwt men een toegangskamer rondom het mangat. Er moet voldoende ruimte gelaten worden om snel en eenvoudig alle leidingen en toebehoren van het reservoir te kunnen loskoppelen. Vanaf de buitenomtrek van het mangat tot de rand van de toegangskamer moet minstens een afstand van 20 cm gelaten worden (voor de verbinding tussen de 2 wanden.)

De controle op de plaatsing van een opslaginstallatie.

Art. 6.5.4.1

De opslaginstallatie (tank en toebehoren) dient geplaatst ofwel door een installateur die gemachtigd is om hiervoor een certificaat af te leveren ofwel onder toezicht van een erkend technicus. Na de plaatsing en voor ingebruikname stelt de gemachtigde installateur een certificaat op waaruit ondubbelzinnig moet blijken dat de installatie voldoet aan de bepalingen van de Vlarem. Hierop moet de naam en het erkenningsnummer van de gemachtigde installateur staan.

Art. 6.5.4.3

Binnen de maand na de aanleg van de opslaginstallatie conform de bepalingen van Vlarem, brengt de gemachtigde installateur of erkende technicus op de houder een duidelijk leesbare en onuitwisbare groene merkplaat aan met volgende gegevens: zijn erkenningsnummer, datum van plaatsing van de installatie en de uiterste datum van de eerstvolgende controle voor ondergrondse houders.

De controle dient vanaf de datum van de plaatsing ten minste om de vijf jaar uitgevoerd te worden.

Art. 6.5.3.5

Ingegraven houders moeten afhellen onder een helling van minstens 1cm/m in de richting van het mangat of de vulopening. Van zodra de dia van de tank meer is dan 1,250 mm moet er een mangat aanwezig zijn met een opening waarvan de ingeschreven cirkel een diameter van tenminste 600 mm heeft.

Reglementering en keuring

Elke plaatsing van een stookolietank moet gebeuren onder toezicht van een milieudeskundige of een erkend technicus. Van deze persoon bekomt U dan een conformiteitsattest en installatiecertificaat. De eigenaar is verplicht in de maand na de plaatsing een kopie van het conformiteitsattest en het certificaat van de fabrikant van het reservoir naar Aminal (Afdeling Water) meldingsformulier op te sturen.

Heel belangrijk!

Bewaar voor altijd uw aankoopfactuur van uw tank samen met het attest van de tankconstructeur en het certificaat/conformiteitattest van de gemachtigde installateur of erkend technicus. (wordt gevraagd door de notaris bij een verkoop van de woning)

Indien u later een nieuw exemplaar aanvraagt van een verloren attest : 25 €uro + 21% BTW administratieve kosten.

Garantie wordt enkel toegestaan indien bepaalde punten allemaal correct worden uitgevoerd en een lijst wordt ingevuld en ondertekend terug gestuurd naar Tankbouw Desplentere-Lannoy. Vraag deze formulieren aan.

Voor bedrijven

Plaatsingsvoorschriften: opslag voor gevaarlijke vloeistoffen in ondergrondse houders voor bedrijven.

Art 5.17.2.1

§2 : Het is verboden houders rechtstreeks onder een gebouw te plaatsen of onder de verticale projectie ervan. Een luifel wordt niet als een gebouw beschouwd.

§3. Afstanden : de houder dient zich te bevinden op ten minste 3 m van de grenzen van percelen van derden, de afstand tussen de houder en de kelderruimte van eigen bedrijfsgebouwen ten minste 2m . De afstand tussen de houder en de muur van eigen bedrijfsgebouwen dient ten minste 0,75 m te bedragen. De onderlinge afstand tussen de houders dient minstens 0,50 m te bedragen.
De afstand tussen de houder van P3- en/of P4 producten die geen deel uitmaken van een verdeelinstallatie, en de grenzen van de percelen van derden dient tenminste 1m te bedragen.

§4. Bij gevaar voor hoge waterstand of overstromingen dienen de nodige voorzieningen te worden aangebracht om te beletten dat de ledige houders zouden worden opgelicht.

Art 5.17.2.2

§1:op een duidelijk zichtbare en goed bereikbare plaats op de houder dient een identificatieplaat te worden aangebracht (door de tankconstructeur)

§2 : Nabij de vulopeningen nabij het mangat dienen volgende aanduidingen aangebracht te worden:

  1. het nummer van de houder (intern volgnummer)
  2. naam van de opgeslagen vloeistof
  3. de gevaarsymbolen
  4. het waterinhoudsvermogen van de houder.

De aanduidingen moeten duidelijk leesbaar zijn. Dit is niet verplicht voor opslagplaatsen van P3 en/of P4 producten die uitsluitend bestemd zijn voor de verwarming van gebouwen.

Art 5.17.2.3

§1 : de ontluchtingsleiding dient uit te monden in open lucht op ten minste 3m hoogte boven het maaiveld en op minstens 3 meter van elke opening in een lokaal en de grenzen van de percelen van derden. De plaatsing van de monding van ontluchtingspijpen onder constructiegedeelten is verboden. Dit is niet van toepassing voor opslagplaatsen van P3 en/of P4 producten die geen deel uitmaken van een brandstofverdeelinstallatie voor motorvoertuigen. Voor deze opslagplaatsen dient er voor gezorgd dat door de plaatsing en de hoogte waarop de ontluchtingsleidingen uitmonden de buurt niet overdreven gehinderd wordt, meer in het bijzonder ten gevolge van het vullen van de houders.

Art 5.17.2.4

§2 : alle houders dienen uitgerust te zijn met een permanent lekdetectiesysteem

§ 3+ §4 : corrosiviteit van de bodem en Kathodische bescherming : voor de plaatsing van een metalen houder met een waterinhoudsvermogen vanaf 5.000 liters of voor de opslag van P3 en/of P4 producten vanaf 10.000 liters.
De controle op de plaatsing van een opslaginstallatie.

Art. 5.17.2.7

Voor het plaatsen van de houder dient gecontroleerd te worden of de houder beantwoord aan de voorschriften. Na de plaatsing en voor ingebruikname van de houder, dient gecontroleerd te worden of de houder, de leidingen en de toebehoren voldoen aan de voorschriften van de Vlarem II. Deze controles dienen uitgevoerd te worden onder toezicht van een milieudeskundige of voor de opslag van P3 en/of P4 producten, bestemd voor de verwarming van gebouwen van een erkend technicus. De controle van de eventuele Kathodische bescherming dient te gebeuren in samenwerking met een milieudeskundige erkend in de discipline bodemcorrosie.

Art. 5.17.2.9

Naar aanleiding van de controle bij plaatsing stellen de deskundigen of de erkend technicus een conformiteitsattest op waaruit ondubbelzinnig moet blijken of de houder en de installatie al dan niet voldoen aan de voorschriften van dit reglement. Het conformiteitsattest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of erkend technicus, die het onderzoek heeft uitgevoerd.

Art. 5.17.2.8

§1 Ten minste om het jaar voor houders gelegen binnen de waterwingebieden en de beschermingszones en om de 2 jaar voor de houders gelegen in de andere gebieden wordt de installatie onderworpen aan een beperkt onderzoek. §2. Ten minste om de 10 jaar voor houders gelegen binnen de waterwingebieden en de beschermingszones en om de 15 jaar voor de houders gelegen in de andere gebieden wordt de installatie onderworpen aan een algemeen onderzoek.

Heel belangrijk!

Bewaar voor altijd Uw aankoopfactuur van Uw tank samen met het attest van de tankconstructeur en het certificaat/conformiteitsattest van de milieudeskundige of erkend technicus. (wordt gevraagd door de notaris bij een verkoop of overname van het bedrijf + bij een volgende controle)

Garantie wordt enkel toegestaan indien bepaalde punten allemaal correct worden uitgevoerd en een lijst wordt ingevuld en ondertekend terug gestuurd naar Tankbouw Desplentere-Lannoy. Vraag deze formulieren aan.